DUITSEREUZEN.EU
De grootste en kleinste konijnen van de wereld.
Coccidiose.

 

Coccidïen zijn microscopisch kleine, eencellige parasieten die het darmstelsel en de lever van konijnen zowel als andere dieren aantasten. Coccidïen zijn de meest voorkomende parasieten in het darmstelsel van een konijn en een veel voorkomende oorzaak van ziekte van jonge konijnen.

 

 

Alle konijnen-coccidïen zijn leden van dezelfde familie, de Eimeria. Er zijn 12 soorten konijnen-coccidïen gesignaleerd in geïnfecteerde konijnen, maar slechts een paar hiervan zijn belangrijk genoeg om een konijn ziek te maken. Verder moet de weerstand van het konijn verminderd zijn, of er moeten twee of meer verschillende coccidïen (die elkaars ziekmakende werking versterken) aanwezig zijn om ziekte te veroorzaken.
Daarom is de precieze rol van de verschillende soorten coccidïen in het veroorzaken van een ziekte niet helemaal bekend. Intussen hoeft bij de aanwezigheid van slechts een paar coccidïe oöcysten (het stadium dat de coccidïen zich in de uitwerpselen van het konijn genesteld hebben) bij een parasitair onderzoek van de keutels niet perse de diagnose coccidiose gesteld te worden.

 

 

Diagnose stellen
De diagnose wordt gesteld door het vinden van oöcysten (klonten eitjes) in uitwerpselen- of galmonsters.

 

 

De belangrijkste soorten darmcoccidïen zijn E. perforans, E. magna, E. media en E. irresidua, hoewel de soort coccidïen waarmee het konijn besmet is niet zo belangrijk is als de gezondheid van het konijn. Konijnen worden besmet door het eten van keutels die de coccidïe oöcysten bevatten. Dit kan gebeuren als het konijn zijn voeten of zijn vacht schoonmaakt, waar keutels van een ander, besmet konijn aan zitten. Hoewel konijnen hun blindedarmkeutels eten wordt over het algemeen aangenomen dat daar geen besmettelijke oöcysten in zitten.

 

 

Cyniclomyces guttulatus, een gist die gevonden kan worden in konijnenkeutels, wordt vaak bij een uitwerpselen-onderzoek verward met coccidïën. Dit is een vergissing die regelmatig gemaakt wordt door dierenartsen die niet erg bekend zijn met konijnen. Deze gist maakt deel uit van de normale darmflora van konijnen. De Nederlandse benaming is brillendoosgist.

 

 (Eimeria stiedae)
Rontgenfoto’s kunnen uitwijzen dat de lever vergroot is en dat er veel vocht in de buik zit. Bloedproeven zullen bevestigen dat de lever beschadigd is en dus zal de diagnose levercoccidiose gesteld kunnen worden.

 

 

DE BEHANDELING VAN COCCIDIOSE

 

Voor de behandeling van coccidiose kunnen op sulfa gebaseerde medicijnen gekozen worden, zoals bijvoorbeeld ESB3 of toltrazuril. Soms wordt tegelijkertijd trimethoprim-sulfa ingezet. Dit laatste is vooral nuttig bij een zware besmetting, als de coccidiën de darmwand zo ernstig beschadigen dat E. Coli of een andere bacterie een ernstige bijkomende infectie kan veroorzaken.

 

 

 

ESB3
ESB3 moet vaak als poeder in het drinkwater als kuur gegeven worden. Echter is het twijfelachtig hoeveel medicijn dan werkelijk wordt ingenomen, zeker als een konijn te ziek is om te drinken. Wanneer een konijn niet of nauwelijks drinkt is het nodig om regelmatig over de dag het zieke dier met een spuitje wat van de oplossing rechtstreeks in de mond te geven.

 

 

 

Hygiëne
Hygiëne is uiterst belangrijk. De oöcysten in keutels van 36-48 uur oud vormen sporen die de omgeving besmetten. De kooi moet daarom dagelijks schoongemaakt worden, en dagelijks wordt vers stro gegeven. De voer- en waterbakken en drinkflesjes worden veelvuldig gereinigd. Keutels, ook in de leefomgeving, kunnen beter direct verwijderd worden zodat geen (her)besmetting kan plaatsvinden.

 

 


 
E-mailen
Bellen
Info